Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «hof inmiddels heeft geantwoord » (Néerlandais → Allemand) :

Uit het arrest van het Hof van Justitie van 7 november 2013 (C-473/12), waarnaar het arrest nr. 59/2014 verwijst en waarmee het Hof van Justitie heeft geantwoord op prejudiciële vragen van het Hof, blijkt dat beide situaties niet van elkaar zijn te onderscheiden : « 41.

Aus dem Urteil des Europäischen Gerichtshofes vom 7. November 2013 (C-473/12), auf das in dem Entscheid Nr. 59/2014 verwiesen wird und mit dem der Europäische Gerichtshof Vorabentscheidungsfragen des Verfassungsgerichtshofes beantwortet hat, geht hervor, dass beide Situationen nicht voneinander zu unterscheiden sind: « 41.


Hij heeft in dat opzicht rekening gehouden met het arrest van het Hof nr. 125/2011 van 7 juli 2011 en merkt op dat de wetgever pas met een wet van 26 december 2013 die op 1 januari 2014 in werking is getreden, heeft geantwoord op dat arrest.

Er hat diesbezüglich den Entscheid des Gerichtshofes Nr. 125/2011 vom 7. Juli 2011 berücksichtigt und bemerkt, dass der Gesetzgeber erst durch ein Gesetz vom 26. Dezember 2013, das am 1. Januar 2014 in Kraft getreten ist, diesem Entscheid Folge geleistet habe.


De prejudiciële vraag, die in dezelfde bewoordingen is geformuleerd als die welke reeds werd gesteld bij een arrest van 27 juni 2008 van het Arbeidshof te Gent en waarop het Hof inmiddels heeft geantwoord bij zijn arrest nr. 48/2009 van 11 maart 2009, heeft betrekking op artikel 10, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (hierna : « Loonbeschermingswet »), zoals vervangen bij artikel 82 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen.

Die präjudizielle Frage, die ähnlich formuliert ist wie diejenige, die bereits durch ein Urteil des Arbeitsgerichtshofes Gent vom 27. Juni 2008 gestellt worden war und auf die der Hof mittlerweile in seinem Urteil Nr. 48/2009 vom 11. März 2009 geantwortet hat, betrifft Artikel 10 Absatz 2 des Gesetzes vom 12. April 1965 über den Schutz der Entlohnung der Arbeitnehmer (weiter unten: « Lohnschutzgesetz »), ersetzt durch Artikel 82 des Gesetzes vom 26. Juni 2002 über die Unternehmensschliessungen.


Bij zijn arresten nrs. 85/2014, 105/2009, 117/2009 en 159/2009 heeft het Hof geantwoord op prejudiciële vragen in verband met de hoofdelijke gehoudenheid ten laste van de mededaders of medeplichtigen die zijn veroordeeld voor feiten van belastingontduiking, waarbij het heeft geoordeeld dat die hoofdelijkheid « dient ter compensatie van de schade die voor de Schatkist is ontstaan door de fout waaraan de mededaders en medeplichtigen deelachtig zijn ».

In seinen Entscheiden Nrn. 85/2014, 105/2009, 117/2009 und 159/2009 hat der Gerichtshof auf Vorabentscheidungsfragen im Zusammenhang mit der gesamtschuldnerischen Verpflichtung zu Lasten von wegen Steuerhinterziehung verurteilten Mittätern oder Komplizen geantwortet, wobei er geurteilt hat, dass diese Gesamtschuldnerschaft « zur Wiedergutmachung des Schadens [dient], der der Staatskasse entstanden ist durch den Fehler, an dem sich die Mittäter und Komplizen beteiligt haben ».


Het middel ontleend aan het feit dat het Gerecht voor ambtenarenzaken niet heeft geantwoord op een in eerste aanleg aangevoerd middel, is in wezen ontleend aan schending van de motiveringsplicht die voortvloeit uit artikel 36 van het Statuut van het Hof van Justitie, dat overeenkomstig artikel 7, lid 1, van bijlage I bij datzelfde Statuut van toepassing is op het Gerecht voor ambtenarenzaken.

Der Rechtsmittelgrund, mit dem gerügt wird, dass sich das Gericht für den öffentlichen Dienst mit einem Klagegrund nicht auseinandergesetzt gesetzt habe, läuft im Wesentlichen auf die Geltendmachung eines Verstoßes gegen die Begründungspflicht hinaus, die sich aus Art. 36 der Satzung des Gerichtshofs ergibt, der gemäß Art. 7 Abs. 1 des Anhangs I dieser Satzung auch für das Gericht für den öffentlichen Dienst gilt.


Bij arrest van 11 juni 2015 in de zaak C-1/14 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie op de vragen geantwoord.

In seinem Urteil vom 11. Juni 2015 in der Rechtssache C-1/14 hat der Gerichtshof der Europäischen Union auf die Fragen geantwortet.


Bij het arrest nr. 131/2008 van 1 september 2008 heeft het Hof een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat erop heeft geantwoord bij arrest van 6 oktober 2010 in de zaak C-389/08.

In seinem Urteil Nr. 131/2008 vom 1. September 2008 hat der Hof dem Gerichtshof der Europäischen Union eine Vorabentscheidungsfrage gestellt, der sie in seinem Urteil vom 6. Oktober 2010 in der Rechtssache C-389/08 beantwortet hat.


- wanneer de verzoeker tot tussenkomst louter doet gelden dat zijn zaak, die een identiek onderwerp heeft als die welke is voorgelegd aan de verwijzende rechter, niet kan worden beslecht vooraleer het Hof heeft geantwoord op de prejudiciële vraag, zodat hij niet op dienstige wijze kan verzoeken een vraag te stellen aan het Hof teneinde zich te kunnen voegen bij de voor het Hof hangende procedure (arrest nr. 73/2006, B.2.3);

- wenn der Interventionskläger nur geltend macht, dass seine Rechtssache, die den gleichen Gegenstand habe wie diejenige, die dem vorlegenden Richter unterbreitet worden sei, nicht geregelt werden könne, bevor der Hof die präjudizielle Frage beantwortet habe, so dass er nicht sachdienlich beantragen könne, dass dem Hof eine Frage gestellt werde, damit er sich dem vor dem Hof anhängigen Verfahren anschliessen könne (Urteil Nr. 73/2006, B.2.3);


- wanneer de verzoeker tot tussenkomst louter doet gelden dat zijn zaak, die een identiek onderwerp heeft als die welke is voorgelegd aan de verwijzende rechter, niet kan worden beslecht vooraleer het Hof heeft geantwoord op de prejudiciële vraag, zodat hij niet op dienstige wijze kan verzoeken een vraag te stellen aan het Hof teneinde zich te kunnen voegen bij de voor het Hof hangende procedure (arrest nr. 73/2006, B.2.3);

- wenn der Interventionskläger nur geltend macht, dass seine Rechtssache, die den gleichen Gegenstand habe wie diejenige, die dem vorlegenden Richter unterbreitet worden sei, nicht geregelt werden könne, bevor der Hof die präjudizielle Frage beantwortet habe, so dass er nicht sachdienlich beantragen könne, dass dem Hof eine Frage gestellt werde, damit er sich dem vor dem Hof anhängigen Verfahren anschliessen könne (Urteil Nr. 73/2006, B.2.3);


Aangezien het Hof bij zijn arrest nr. 78/98, gewezen op 7 juli 1998, waarvan de beslagrechter geen kennis kon hebben gehad toen hij bij zijn vonnis van 26 juni 1998 het Hof ondervroeg, heeft geantwoord op prejudiciële vragen die, zoals in deze zaak, betrekking hadden op de voorwaarden waarin het jurisdictionele toezicht wordt uitgeoefend in het afwijkende stelsel van het derdenbeslag dat bij artikel 76, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wordt toegestaan, staat het aan de verwijzende rechter, bij de lezing van het door het Hof gegeven antwoord op de hiervoor behandelde prejudiciële vragen, te oord ...[+++]

Da der Hof durch sein am 7. Juli 1998 erlassenes Urteil Nr. 78/98 - das dem Pfändungsrichter nicht bekannt sein konnte, als er mittels seines Urteils vom 26. Juni 1998 den Hof befragte - auf präjudizielle Fragen geantwortet hat, die sich, wie in dieser Rechtssache, auf die Voraussetzungen bezogen, unter denen die richterliche Aufsicht im abweichenden System der durch Artikel 76 § 1 Absatz 3 des Mehrwertsteuergesetzbuches erlaubten Pfändung in dritter Hand ausgeübt wird, ist es Aufgabe des Verweisungsrichters, bei der Lesung der vom Ho ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hof inmiddels heeft geantwoord' ->

Date index: 2023-03-07
w