4. Indien de wettelijke regeling, welke overeenkom
stig lid 2 of lid 3 moet worden toegepast, bepaalt dat bij het vaststellen van de hoo
gte der uitkeringen rekening moet worden gehouden met het bestaan van andere gezins
leden dan kinderen, houdt het bevoegde orgaan eveneens rekening met gezinsleden van de betrokkene die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen, a
...[+++]lsof zij op het grondgebied van de bevoegde Staat woonden.
(4) Sehen die nach den Absätzen 2 oder 3 anzuwenden Rechtsvorschriften vor, daß bei der Festlegung des Leistungsbetrags nicht nur Kinder, sondern auch andere Familienangehörigen in betracht kommen, so berücksichtigt der zuständige Träger auch die Familienangehörigen der betreffenden Personen, die im Gebiet eines anderen Mitgliedstaats wohnen, als wohnten sie im Gebiet des zuständigen Staates.