Als je dat principe onderschrijft - en dat doe ik - is de vraag echter: wat voor statuut gaan we de huidige driehonderd hulpkrachten voor vergaderperioden aan het einde van het jaar aanbieden? Hun contract kan in de huidige vorm immers niet verlengd worden als gevolg van het verdwijnen van de rechtsgrondslag, namelijk artikel 78 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.
Wenn man diesem Grundsatz zustimmt – und das tue ich –, welchen Status werden dann die 300 Hilfskräfte für Tagungen am Ende dieses Jahres erhalten, deren Verträge nicht in ihrer derzeitigen Form verlängert werden können, da die in Ziffer 78 der „Beschäftigungsbedingungen für sonstige Bedienstete“ vorgesehene Rechtsgrundlage entfällt?