5
8. merkt op dat het huidige samenwerkingssysteem voor een effectief inzicht in de systeem- en bedrijfsrisico's van de topspelers in de markt wellicht moet worden versterkt op basis van het bestaande samenwerkingssysteem tussen toezichthouders en pleit voor betere coördinatie, met name ten aanzien van het toezicht op bedrijfsrisico's van onder meer dan één rechtsgebied vallende en sectoroverschrijdende instellingen en financiële conglomeraten; moedigt de opstelling aan van overeenkomsten en gedragscodes tussen lidstaten en centrale banken over de financiële rugdekking voor dit systeem van bedrijfstoezicht in verband met "bail out"- en "
...[+++]lender of last resort"-verplichtingen als er meerdere lidstaten en meerdere toezichthouders bij zijn betrokken; merkt op dat het voor de beoordeling of het bestaande systeem een concreet toezicht biedt op de systeem- en bedrijfsrisico's van de topspelers in de markt, de relatief nieuwe L2- en L3-regelingen tijd moet worden gegund om zich te bewijzen; wenst tevens dat gekeken moet worden naar de wenselijkheid en uitvoerbaarheid van de uitoefening van prudentieel toezicht op EU-vlak waar dat in de toekomst nodig mocht blijken;