14. stelt voor dat de EU overweegt om niet langer uitsluitend te focussen op "doeltreffendheid van hulp", maar ook op "doeltreffendheid van ontwikkeling" (waarbij de output en de resultaten van het ontwikkelingsbeleid en van hulpmaatregelen centraal staan), zoals de nieuwe donorlanden gewoonlijk doen; is van mening dat het concept "doeltreffendheid van ontwikkeling" in dat opzicht niet alleen de kans biedt om de dialoog tussen de EU en de BRICS-landen te verdiepen, maar ook om de samenhang van het ontwikkelingsbeleid in de EU zelf, zoals neergelegd in artikel 208 van het VWEU, te versterken;
14. schlägt vor, dass die von der EU vorgenommene Schwerpunktsetzung auf die „Wirksamkeit der Entwicklungshilfe“ um eine Schwerpunktsetzung auf die „Wirksamkeit der Entwicklung“ (d. h. Output und Ergebnisse der Entwicklungspoliti
k und -hilfe) ergänzt wird, die das von den neuen Geberländern bevorzugte Konzept ist; vertritt die Ansicht, dass das Konzept der „Wirksamkeit der Entwicklung“ daher nicht nur eine Gelegenheit für einen umfangreicheren Dialog zwischen den BRICS-Ländern und der EU bietet, sondern auch eine Chance, innerhalb der EU selbst das Konzept der Politikkohärenz im Interesse der Entwicklung zu stärken, das in Artikel 208 A
...[+++]EUV verankert ist;