41. wijst op de noodzaak tot aanstelling van een – eventueel uit de rangen van de Commissie te selecteren – gemeenschappelijke Europese minister van Financiën in de zin van
het op 2 juni 2011 in Aken door Jean-Claude Trichet geformuleerde voorstel; is van mening dat op een adequate manier invulling moet worden gegeven aan de democratische legitimiteit van dit voorstel; merkt in dit verband op dat begrotingsbeleid in een monetaire unie een zaak is die niet alleen de lidstaten aangaat, maar waaraan ook tal van grensoverschrijdende overloopeffecten zijn verbonden, en dat de huidige crisis duidelijk de grenzen heeft laten zien van een voll
...[+++]edig gedecentraliseerd begrotingsbeleid; is van mening dat de aan te stellen Europese minister van Financiën democratische verantwoording moet afleggen aan het Europees Parlement; onderstreept dat voor het zetten van een verdere stap in de richting van een budgettaire unie volgens de communautaire methode meer democratische betrokkenheid en op langere termijn eventueel een Verdragsherziening noodzakelijk zijn, maar onderkent dat er binnen de bestaande context op korte termijn ruimte is voor een krachtigere aansturing van het economisch beleid; 41. betont, wie wichtig die Schaffung des Amts eines möglicherweise von der Kommission gestellten gemeinsamen europäischen Finanzministers e
ntsprechend dem von Jean-Claude Trichet am 2. Juni 2011 in Aachen vorgelegten Vorschlag ist; vertritt die Auffassung, dass die demokratische Legitimation eines derartigen Vorschlags angemessen erörtert werden sollte; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass in einer Währungsunion Finanzpolitik als solche nicht nur die Mitgliedstaaten betrifft, sondern bedeutende grenzüberschreitende externe Effekte hat, und dass im
...[+++] Rahmen der derzeitigen Krise die Grenzen einer zu 100 % dezentralisierten Finanzpolitik deutlich geworden sind; vertritt die Auffassung, dass ein gemeinsamer europäischer Finanzminister einer demokratischen Rechenschaftspflicht gegenüber dem Europäischen Parlament unterliegen sollte; betont, dass es für weitere derartige Schritte in Richtung einer Fiskalunion auf der Grundlage der Gemeinschaftsmethode einer Stärkung des demokratischen Mitverantwortungsgefühls und langfristig möglicherweise einer Vertragsänderung bedarf, räumt jedoch ein, dass der derzeitige Regelungsrahmen kurzfristig eine stärkere wirtschaftspolitische Steuerung ermöglicht;