In de zaken nrs. 1988, 1991, 1992, 1995 en 1998 is de Ministerraad van oordeel dat de verzoekende partijen ten onrechte een schending aanvoeren van de vrijheid van vereniging, vermits artikel 27 niets anders voorschrijft dan het verbod van rechtstreekse of indirecte cumulatie van vergunningen, en de vrijheid van vereniging - zoals de reeds aangehaalde vrijheid van handel en nijverheid - heeft geen absolute draagwijdte, wat door het Hof reeds is beslist.
In den Rechtssachen Nrn. 1988, 1991, 1992, 1995 und 1998 vertritt der Ministerrat den Standpunkt, dass die klagenden Parteien zu Unrecht einen Verstoss gegen die Vereinigungsfreiheit anführten, da Artikel 27 nichts anderes vorschreibe als das Verbot des direkten oder indirekten gleichzeitigen Besitzes mehrerer Lizenzen und die Vereinigungsfreiheit - wie die ebenfalls angeführte Handels- und Gewerbefreiheit - keine absolute Tragweite habe, was der Hof bereits beschlossen habe.