2. Elke lidstaat ziet erop toe dat alle persoonsgegevens, zoals namen of adressen van individuele personen, wanneer zij worden doorgezonden, alleen ter beschikking worden gesteld van het personeel van de overeenkomstig artikel 6, lid 2, aangewezen bevoegde autoriteiten en dat zij nooit in de in artikel 6, lid 4, vermelde gegevensbank worden opgeslagen.
2. Jeder Mitgliedstaat stellt sicher, dass alle personenbezogenen Daten wie Namen oder Anschriften von Einzelpersonen bei ihrer Weitergabe nur den Mitarbeitern der zuständigen Behörden zur Verfügung gestellt werden, die gemäß Artikel 6 Absatz 2 benannt wurden, und dass sie niemals in der in Artikel 6 Absatz 4 genannten nationalen Datenbank gespeichert werden.