10. benadrukt dat het Europees Parlement onderzoek moet doen naar het aannemen van richtlijnen om de hoofden van waarnemingsmissies te benoemen, maar beseft dat de bestaande informele benadering, waarbij al drie keer een Europarlementariër aan het hoofd van een missie heeft gestaan, totnogtoe bevredigend is gebleken;
10. betont, dass es die Verabschiedung von Leitlinien über die Ernennung der Leiter von Beobachtungsmissionen prüfen sollte, räumt dabei jedoch ein, dass der gegenwärtige informelle Ansatz, der zu drei Missionsleitern aus seinen Reihen geführt hat, bisher zufrieden stellend ist;