Vertaling van "infrastructuren reeds over " (Nederlands → Duits) :

Art. 110. De Waalse Regering wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Waalse Gewest te verlenen voor de leningen van de " Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastuctures" (SOFICO) (Waalse maatschappij voor de aanvullende financiering van de infrastructuren) voor de financiering van studies en werken nodig voor de restauratie, de uitbating en andere investeringen voor het structurerend netwerk waarmee ze belast is, voor een bedrag van hoogstens 150 miljoen euro over de reeds toegekende waarborg van 150 miljoen euro en gebruikt voor de aangegane leningen bij de Europese Investeringsbank.
Art. 110 - Die Wallonische Regierung wird dazu ermächtigt, die Bürgschaft der Region für die Anleihen der " Société wallonne de Financement complémentaire des Infrastructures" (Wallonische Gesellschaft für die zusätzliche Finanzierung der Infrastrukturen) (SOFICO) zu gewähren, die dazu bestimmt sind, die Finanzierung der Studien und Arbeiten, die für die Sanierung, die Bewirtschaftung und die sonstigen Investierungen für das strukturierende Netz, mit dem sie beauftragt ist, zu gewährleisten und zwar bis zur Höhe eines Betrages von höchstens 150 Millionen Euro über die 150 Millionen Euro Bürgschaften hinaus, die für die bei der Europäischen Investitionsbank aufgenommenen Anleihen bereits gewährt und verwendet wurden.

Om onnodig en dubbel werk te vermijden, moeten de lidstaten eerst nagaan of de eigenaars/exploitanten van als ECI’s aangemerkte infrastructuren reeds over een veiligheidsverbindingsfunctionaris of een gelijkwaardige functionaris beschikken.
Um unnötige Arbeit und Überschneidungen zu vermeiden, sollte jeder Mitgliedstaat zunächst beurteilen, ob die Eigentümer/Betreiber ausgewiesener EKI bereits über einen Sicherheitsbeauftragten oder eine Person mit vergleichbarer Aufgabenstellung verfügen.

Aangezien verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op Gemeenschapsniveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, en in voorkomend geval met inachtneming van reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuren.
Da es verschiedene Sektoren mit besonderem Erfahrungsschatz, Fachwissen und Anforderungsprofil in Bezug auf den Schutz kritischer Infrastrukturen gibt, sollte ein gemeinschaftsweiter Ansatz für einen derartigen Schutz entwickelt und umgesetzt werden, der den Eigenheiten der einzelnen Sektoren und den bestehenden sektorspezifischen Maßnahmen (einschließlich der bereits auf Gemeinschaftsebene, auf nationaler Ebene oder auf regionaler Ebene bestehenden Maßnahmen) sowie etwaiger bestehender und hierfür relevanter grenzüberschreitender Abkommen über gegenseitige Hilfe zwischen Eigentümern bzw. Betreibern kritischer Infrastrukturen) Rechnung trägt.

Deel II van het groenboek is een logisch vervolg op de Resolutie van de Raad van telecommunicatieministers van 17 november 1994 waarin het beginsel van volledige liberalisering van de telecommunicatiesector voor 1 januari 1998 werd onderschreven1. In het eerder in 1994 verschenen rapport van de Groep Bangemann over "Europa en de wereldwijde industriële revolutie" was reeds benadrukt dat "van cruciaal belang voor het ontstaan van nieuwe markten is dat er een nieuwe regelgeving komt die volwaardige concurrentie mogelijk maakt". Hierbij werden de Lid-Staten opgeroepen "het aan de gang zijnde liberalisatieproces in de telecommunicatiesector te bespoedigen door infrastructuren en diensten die nog in handen van monopolies zijn open te stellen voor concurrentie".
Teil II des Grünbuchs ergibt sich logisch aus der Entschließung, die von den für Telekommunikation zuständigen Ministern auf der Ratstagung vom 17. November 1994 verabschiedet wurde und den Grundsatz der vollen Liberalisierung des Telekommunikationssektors bis zum 1. Januar 1998[1] bekräftigte. Der 1994 bereits zuvor veröffentlichte Bericht der "Bangemann-Gruppe" über Europa und die globale Informationsgesellschaft betonte bereits, daß die wichtigste Voraussetzung für das Entstehen neuer Märkte ein neuer ordnungspolitischer Rahmen ist, der uneingeschränkten Wettbewerb zuläßt. Er forderte die Mitgliedstaaten außerdem auf, den derzeitigen Prozeß der Liberalisierung zu beschleunigen und Infrastrukturen und Dienste im Monopolbereich für den Wettbewerb freizugeben.

Zij moet namelijk de nieuwkomers op de markt die niet over grote infrastructuren beschikken, in staat stellen toegang te hebben tot de reeds bediende cliëntèle.
Sie soll neuen Marktteilnehmern, die über keine umfangreiche Infrastruktur verfügen, einen Zugang zu Kunden anderer Betriebe ermöglichen.