3. Voorwerpen die door de instelling of organisatie die vrijstelling geniet worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in artikel 48, zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende btw, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden bestemd, zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.
(3) Auf Gegenstände, die von den von der Steuerbefreiung begünstigten Einrichtungen oder Organisationen zu anderen als den in Artikel 48 vorgesehenen Zwecken verwendet werden, wird die Mehrwertsteuer bei der Einfuhr erhoben, und zwar zu dem Satz, der zu dem Zeitpunkt gilt, zu dem die Gegenstände einer anderen Verwendung zugeführt werden, und nach der Beschaffenheit und dem Wert, die zu diesem Zeitpunkt von den zuständigen Behörden festgestellt oder anerkannt werden.