« Schendt artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen met de artikelen 32 en 52 van het Gerechtelijk Wetboek en
de arresten van het Arbitragehof inzake beroepstermijn (arresten nrs. 13/2001, 125/2001, 20/2003, 170/2003 en 48/2006) en zo geïnterpreteerd dat de datum van verzending vermeld op het aanslagbiljet, de datum is waarop de bezwaartermijn een aanvang neemt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, a
rtikel 14.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 de
...[+++]cember 1966 en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden doordat :
« Verstösst Artikel 371 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, in Verbindung mit den Artikeln 32 und 52 des Gerichtsgesetzbuches und den Urteilen es Schiedshofes bezüglich der Rechtsmittelfristen (Urteile Nrn. 13/2001, 125/2001, 20/2003, 170/2003 und 48/2006), dahingehend ausgelegt, dass das auf dem Steuerbescheid vermerkte Versanddatum das Datum ist, an dem die Widerspruchsfrist anfängt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 14 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1966 und Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem