1. De lidstaten bepalen dat een doorgifte van persoonsgegevens naar een derde land of een internationale organisatie kan plaatsvinden, wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) ./2012 of overeenkomstig lid 3 van dit artikel heeft besloten dat het betrokken derde land, of een gebied of een verwerkingssector in dat derde land, of de betrokken internationale organisatie een passend beschermingsniveau waarborgt.
1. Die Mitgliedstaaten sehen vor, dass personenbezogene Daten in ein Drittland oder an eine internationale Organisation übermittelt werden dürfen, wenn die Kommission gemäß Artikel 41 der Verordnung (EU) Nr/2012 oder gemäß Absatz 3 festgestellt hat, dass das betreffende Drittland oder ein Gebiet oder ein Verarbeitungssektor in diesem Drittland oder die betreffende internationale Organisation einen angemessenen Schutz bietet.