Voor zover er in geen van de in het eerste lid bepaalde voorschotten voorzien wordt, worden de jaarlijkse bedragen vastgelegd in de verschillende uitgavenbegrotingen voor de werkings- en personeelsubsidies ten gunste van de inrichtingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap, en ten gunste van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap maandelijks in de vorm van twaalfden uitbetaald, telkens vóór de 22e van de maand.
Insofern keine der in Absatz 1 erwähnten Vorschusszahlungen vorgesehen sind, werden die im jeweiligen Ausgabenhaushalt vorgesehenen Jahresbeträge der Funktions- und Personaldotationen für die Einrichtungen öffentlichen Interesses der Deutschsprachigen Gemeinschaft und das Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft monatlich in Zwölfteln ausgezahlt, und zwar jeweils vor dem 22. jedes Monats.