III. II.3 bevestigt zijn gehechtheid aan het beginsel van artikel K.4 EUV (toekomstig artikel 32 EUV) inzake onderlinge steun op
gerechtelijk gebied volgens welk de Raad bepaalt
"onder welke voorwaarden en met welke beperkingen" rechters en magistraten mogen optreden op het grondgebied van een andere lidstaat in overleg met en me
t instemming van de autoriteiten van die staat; acht het vanuit dezelfde optiek r
edelijk de Europese ...[+++]justitiële netwerken verder uit te breiden, de uitwisseling van politierechters te stimuleren en, voor het geval de financiële belangen van de Gemeenschap moeten worden verdedigd (op basis van artikel 209 A EGV - toekomstig artikel 280 EGV) uiteindelijk de benoeming te overwegen van een "Europese openbare aanklager" die juridische procedures op gang kan brengen (Corpus Juris);
gliedstaats tätig werden können; hält es unter dem gleichen Blickwinkel für vernünftig, die europäischen Rechtsnetze zu verstärken, den Austausch von Staatsanwälten zu fördern und - im Falle der Verteidigung der finanziellen Interessen der Gemeinschaft (als Rechtsgrundlage ist der Artikel 209a EGV - künftiger Artikel 280 EGV heranzuziehen) - mittelfristig eine "europäische Staatsanwaltschaft" vorzusehen, die die Verfahren einleiten würde (Corpus Juris);