Zoals reeds uiteengezet, is de Commissie van mening dat de regeringscommissaris geen beroep kon aantekenen tegen de beslissing om een kasvoorschot van 2,5 miljoen EUR te verlenen, omdat deze beslissing, gelet op het bedrag en de vorm, de uitvoering van de taken van openbare dienst niet in het gedrang kon brengen.
Wie bereits dargelegt, vertritt die Kommission die Auffassung, dass die Entscheidung, einen Liquiditätsvorschuss in Höhe von 2,5 Mio. EUR zu gewähren, den Regierungskommissar nicht zu einem Einspruch veranlassen konnte, zumal aufgrund der Höhe und Form des Vorschusses die Wahrnehmung der gemeinwirtschaftlichen Verpflichtungen nicht gefährdet war.