(17) De lidstaat van ontvangst moet voor de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten kunnen eisen dat de specifieke voorschriften van zijn wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen worden nageleefd door instellingen die
geen vergunning als kredietinstelling hebben ontvangen in de lidstaat van herkomst, dan wel ten aanzien van werkzaamheden die niet in voornoemde lijst voorkomen, voorzover deze voorschriften verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht en worden ingegeven door het algemeen belang, en deze instellingen, respectievelijk werkzaamheden niet op grond van de wettelijke of bestuursrechteli
...[+++]jke bepalingen van de lidstaat van herkomst aan gelijkwaardige regels onderworpen zijn.
17. Der Aufnahmemitgliedstaat sollte bei der Ausübung des Niederlassungsrechts und beim freien Dienstleistungsverkehr die Einhaltung spezifischer Anforderungen seiner Rechtsvorschriften von Unternehmen, die im Herkunftsmitgliedstaat nicht als Kreditinstitute zugelassen sind, oder für Tätigkeiten, die nicht in der Liste aufgeführt sind, verlangen können, soweit diese Bestimmungen mit dem Gemeinschaftsrecht vereinbar und durch das Allgemeininteresse begründet sind und soweit diese Kreditinstitute oder Tätigkeiten nicht gleichwertigen Regeln aufgrund der Rechtsvorschriften des Herkunftsmitgliedstaats unterliegen.