erkent dat het bij de wet opleggen van de vastgestelde betalingstermijnen een aantasting is van de contractvrijheid van handelspartners; is niettemin van oordeel dat voor het vergroten van het vertrouwen in de interne markt door het vaststellen van duidelijke normen, het uitbannen van oneerlijke betalingspraktijken door de grondregels eenduidig te omschrijven, en het creëren van een markt die vrij is van kredietobstakels in combinatie met een harmonisatie van de sterk uiteenlopende wetgevingen in de lid-staten, een minimumkader van wetgeving is vereist om de handelscultuur te verbeteren en te zorgen voor goede en billijke praktijken;
5. ist sich darüber im klaren, daß die gesetzliche Festlegung
von Zahlungsfristen eine Beeinträchtigung der Vertragsfreiheit im Handelsbereich darstellt; ist sich jedoch auch bewußt, daß eine Verbesserung des Vertrauens in den Binnenmarkt durch Festsetzung eindeutiger Normen, die Beseitigung unlauterer Zahlungspraktiken durch Festlegung der zugrundeliegenden Vorschriften und die Schaffung eines von Kredithemmnissen freien Markts bei gleichzeitiger Harmonisierung der äußerst unterschiedlichen Rechtsvorschriften in den einzelnen Mitgliedstaaten einen Rahmen von Mindestrechtsvorschriften zur Verbesserung der Geschäftsmoral zur Sicherstellu
...[+++]ng einwandfreier und lauterer Praktiken erfordert; 
