Wanneer een moederonderneming of een in de Unie gevestigde instelling in derde landen gelegen dochterinstellingen heeft, dan kunnen de afwikkelingsautoriteiten van deze derde landen op verzoek van de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau ook worden uitgenodigd om als waarnemer aan het afwikkelingscollege deel te nemen, mits zij onderworpen zijn aan vertrouwelijkheidsvereisten die gelijkwaardig zijn aan die welke bij artikel 76 zijn vastgelegd.
Hat ein in der Union niedergelassenes Mutterunternehmen oder Institut Tochterunternehmen in Drittländern, können auf Antrag der für die Gruppenabwicklung zuständigen Behörde auch die Abwicklungsbehörden der betreffenden Drittländer als Beobachter zu den Sitzungen des Abwicklungskollegiums eingeladen werden, sofern sie Verschwiegenheitsanforderungen unterliegen, die den in Artikel 76 festgelegten Anforderungen vergleichbar sind.