Afgezien van tonijn en geep, die specifiek zijn uitgesloten van het mandaat van de SEAFO, is er van oudsher een gering aantal soorten waarop de beroepsvisserij in het zuidoosten van de Atlantische Oceaan zich concentreert: Kaapse heek (twee soorten), horsmakreel (2 soorten), sardinella, pilchard, ansjovis en haring, alsmede een aantal soorten garnalen en langoest.
Außer Thunfisch und Segelfisch, die ausdrücklich aus dem Mandat der SEAFO ausgenommen wurden, waren die Arten, die für die gewerbliche Fischerei im Südostatlantik eine wichtige Rolle spielen, von jeher zahlenmäßig begrenzt: Kaphechte (2 Arten), Stöcker (2 Arten), Sardinellen, Sardinen, Sardellen und Heringe sowie einige Arten von Garnelen und Langusten.