Wanneer een aanhangwagen of oplegger, toebehorende aan een onderne
ming die voor eigen rekening gecombineerd vervoer verricht, op een van de eindtrajecten wordt getrokken door een trekker die toebehoort aan een beroepsgoederenvervoer verrichtende onderneming, wordt dit vervoer vrijgesteld van het in artikel 3 bedoelde docu
ment; in dat geval dient evenwel een ander document te worden overgelegd waaruit het per spoor, over de binnenwateren respectievelijk over zee
afgelegde of af te ...[+++]leggen traject blijkt.
Wird ein Anhänger oder ein Sattelanhänger, der Eigentum eines Werkverkehr betreibenden Unternehmers ist, auf einer der Nachlaufstrecken von einem Schleppfahrzeug gezogen, das Eigentum eines gewerblichen Verkehr betreibenden Unternehmers ist, so braucht für diese Beförderung das Dokument nach Artikel 3 nicht vorgelegt zu werden; jedoch ist ein anderes Dokument zum Nachweis der auf der Schiene, auf einer Binnenwasserstrasse oder auf See zurückgelegten Strecke beizubringen.