1. Met dit kaderbesluit wordt beoogd de regels vast te stellen volgens welke een lidstaat een door een rechter van een andere lidstaat opgelegde sanctie erkent en op zijn grondgebied ten uitvoer legt overeenkomstig artikel 1, onder b) , ongeacht of met de tenuitvoerlegging reeds een begin is gemaakt.
(1) Zweck dieses Rahmenbeschlusses ist es, die Regeln festzulegen, nach denen ein Mitgliedstaat eine von einem Gericht eines anderen Mitgliedstaats verhängte Strafe nach Artikel 1 Buchstabe b anerkennt und in seinem Hoheitsgebiet vollstreckt, und zwar unabhängig davon, ob mit deren Vollzug bereits begonnen wurde oder nicht.