Vertaling van "lidstaten nationale indicatieve doelstellingen " (Nederlands → Duits) :

Op basis van de algemene doelstellingen voor hernieuwbare energiebronnen moeten, met de volledige betrokkenheid van de lidstaten, en met inachtneming van de minimumdoelstellingen voor biobrandstoffen in elke lidstaat, gedifferentieerde algemene nationale doelstellingen worden vastgesteld, waarbij de lidstaten nationale sectorale doelstellingen kunnen vaststellen voor elke specifieke sector van hernieuwbare energiebronnen (elektriciteit, verwarming, koeling, biobrandstoffen).
Von dem Gesamtziel für erneuerbare Energien sollten unter umfassender Einbeziehung der Mitgliedstaaten differenzierte nationale Gesamtziele abgeleitet werden, wobei es den Mitgliedstaaten überlassen bleibt, nationale Ziele für jeden speziellen Sektor der erneuerbaren Energien (Elektrizität, Wärme- und Kälteerzeugung, Biokraftstoffe) zu beschließen, sofern die Mindestziele für Biokraftstoffe in jedem Mitgliedstaat erreicht werden.

(47) Ingevolge Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit duurzame energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt moeten de lidstaten nationale indicatieve streefcijfers vaststellen die verenigbaar zijn met het algemene indicatieve streefcijfer van de Gemeenschap: 12% van het bruto binnenlandse energieverbruik in 2010, en in het bijzonder met het indicatieve aandeel van de elektriciteit uit duurzame energiebronnen: 22,1% in het totale elektriciteitsverbruik van de Gemeenschap in 2010.
(47) Die Richtlinie 2001/77/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. September 2001 zur Förderung der Stromerzeugung aus erneuerbaren Energiequellen im Elektrizitätsbinnenmarkt verpflichtet die Mitgliedstaaten, nationale Richtziele zu setzen, die mit dem globalen Richtziel "Steigerung des Anteils erneuerbarer Energien am Bruttoinlandsenergieverbrauch bis 2010 auf 12 %" und insbesondere mit dem Richtziel von 22,1 % für den Anteil von Strom aus erneuerbaren Energiequellen am gesamten Stromverbrauch der Gemeinschaft vereinbar sind.

3. is van mening dat de Commissie met haar ontwerpen voor een strategiedocument en voor het nationale indicatieve meerjarenprogramma 2007-2010 voor Brazilië de in het basisbesluit bedoelde uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt doordat zij 70% van het nationale indicatieve programma wil besteden aan prioriteit I (versteviging van de bilaterale betrekkingen), met als specifieke doelstellingen (i) verbetering van de sectorale dialogen tussen de EU en Brazilië over thema's van wederzijds belang, (ii) uitbreiding van de samenwerking en uitwisseling tussen relevante Europese en Braziliaanse instellingen en maatschappelijke organisaties, (iii) versteviging van de banden tussen universiteiten in de EU en Brazilië, en (iv) verruiming van wederzijdse kennis tussen instellingen en verenigingen in de EU en Brazilië, in het kader waarvan een voorziening ter bevordering en ondersteuning van sectorale dialogen over thema's van wederzijds belang en de oprichting van een instituut voor Europese studies, met als hoofddoelen sterkere profilering van de EU en versteviging van universitaire banden, gefinancierd zullen worden; stelt dat deze doelstellingen niet stroken met artikel 2, leden 1 en 4 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 aangezien de primaire doelstelling van het strategiedocument niet de uitbanning van armoede is en aangezien de opgegeven doelstellingen niet voldoen aan de criteria voor ODA van OECD/DAC;
3. vertritt die Ansicht, dass die Kommission in ihrem Entwurf eines Strategiepapiers und in dem Entwurf eines Nationalen Richtprogramms für Brasilien für den Zeitraum 2007-2010 ihre im Basisrechtsakt geregelten Durchführungsbefugnisse überschreitet, indem sie 70 % der Mittel des Nationalen Richtprogramms für die Priorität I "Verbesserung der bilateralen Beziehungen" vorsieht, für die als spezielle Ziele angestrebt wird: i) den sektoralen Dialog zwischen der Europäischen Union und Brasilien über Themen von gegenseitigem Interesse zu verbessern, ii) die Zusammenarbeit und den Austausch zwischen den europäischen und brasilianischen Institutionen und Organisationen der Zivilgesellschaft zu intensivieren, iii) die Verbindungen zwischen den Universitäten in der Europäischen Union und in Brasilien zu vertiefen, iv) das gegenseitige Bewusstsein von Institutionen und Gesellschaften in der Europäischen Union und in Brasilien zu verbessern, und in dessen Rahmen eine Fazilität zur Förderung und Unterstützung des sektoralen Dialogs über Themen von gemeinsamem Interesse sowie die Schaffung eines Instituts für europäische Studien finanziert werden, dessen Hauptziel es ist, ein besseres Bild von der Europäischen Union zu vermitteln und die Verbindungen im höheren Bildungsbereich zu verbessern; vertritt die Ansicht, dass diese Ziele nicht mit Artikel 2 Absätze 1 und 4 der Verordnung (EG) Nr. 1905/2006 in Einklang stehen, da das Hauptziel des Strategiepapiers nicht in der Beseitigung der Armut besteht und da die genannten Ziele nicht die vom OECD/DAC aufgestellten Kriterien für die offizielle Entwicklungshilfe erfüllen;

Opslagcapaciteit in de EU – nationale indicatieve doelstellingen
Speicherkapazität der EU - nationale indikative Zielvorgaben

(9) Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt eist dat de lidstaten nationale indicatieve streefcijfers vastleggen die verenigbaar zijn met het algemene streefcijfer van de Gemeenschap van 12% van het bruto binnenlands energieverbruik in 2010 en in het bijzonder met het indicatieve aandeel van de elektriciteit van 22,1% uit hernieuwbare energiebronnen in het totale elektriciteitsverbruik in de Gemeenschap in 2010.
(9) Die Richtlinie 2001/77/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. September 2001 zur Förderung der Stromerzeugung aus erneuerbaren Energiequellen im Elektrizitätsbinnenmarkt verpflichtet die Mitgliedstaaten, nationale Richtwerte festzulegen, die mit dem globalen Richtwert der Gemeinschaft von 12 % des Bruttoinlandsenergieverbrauchs bis zum Jahr 2010 und insbesondere mit dem Richtwert von 22,1 % für den Anteil von Strom aus erneuerbaren Energiequellen am gesamten Stromverbrauch der Gemeinschaft bis zum Jahr 2010 vereinbar sind.

Hoewel verdere vooruitgang nodig is, merkt de Raad op dat de lidstaten steeds nauwer betrokken zijn geraakt bij het opstellen van de strategiedocumenten en van nationale indicatieve programma's, met name ter plaatse, en dat het programmeringsproces de mogelijkheid heeft geboden de complementariteit van communautaire en bilaterale hulpverlening te verbeteren.
Wenn auch noch weitere Fortschritte gemacht werden sollten, so stellt der Rat doch fest, dass die Mitgliedstaaten zunehmend in die Ausarbeitung der LSP und NRP insbesondere vor Ort eingebunden wurden und dass der Programmierungsprozess Gelegenheit zur Verbesserung der Komplementarität zwischen der Hilfe der Gemeinschaft und der bilateralen Unterstützung bot.

- vaststelling en eerbiediging door de lidstaten van indicatieve nationale streefcijfers voor het toekomstig verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.
Die Mitgliedstaaten legen nationale Richtziele für den künftigen Verbrauch von Strom aus erneuerbaren Energieträgern fest und halten diese ein.

- vaststelling en eerbiediging door de lidstaten van indicatieve nationale streefcijfers voor het toekomstig verbruik van elektriciteit uit RES.
Die Mitgliedstaaten legen nationale Richtziele für den künftigen Verbrauch von Strom aus erneuerbaren Energieträgern fest und halten diese ein.

- ervoor te zorgen dat de lidstaten volledig en systematisch deelnemen aan de voorbereiding, de goedkeuring volgens de in de respectievelijke regelingen vastgestelde procedures, en de herziening van de strategiedocumenten en de nationale indicatieve programma's, met name door middel van operationele samenwerking.
zu gewährleisten, dass die Mitgliedstaaten in vollem Umfang und systematisch an der Vorbereitung, der Billigung gemäß den durch die jeweiligen Verordnungen eingeführten Verfahren und der Überprüfung von Strategiepapieren und nationalen Richtprogrammen mitwirken, insbesondere durch operative Koordinierung.