18. constateert dat een looptijd van vijf jaar te kort is, daar de goedkeuringsprocedures veel te lang zouden zijn en het doelmatige gebruik van middelen onmogelijk zouden maken;
wijst erop dat een looptijd van zeven jaar in het verleden zijn nut heeft bewezen en dat hij in geen geval korter moet zijn; wijst erop dat de doelmatigheid gewaarborgd zou zijn met een meerjarig financieel kader (MFK) met een looptijd van zeven jaar of, na 2020, zelfs meer; wijst erop dat een op deze manier vastgestelde periode zodanig moet worden opgezet dat de programmering van de financiering van prioriteiten is afgestemd op het mandaat van het Parlement
...[+++]en de Commissie;
18. stellt fest, dass fünf Jahre Laufzeit zu kurz sind, da die Genehmigungsverfahren viel zu lang wären und sie keinen effizienten Mitteleinsatz ermöglichen würden; verweist auf die Tatsache, dass sich eine Laufzeit von sieben Jahren in der Vergangenheit bewährt hat und sie keinesfalls kürzer sein sollte; unterstreicht, dass ein siebenjähriger oder – nach 2020 – sogar längerer Mehrjähriger Finanzrahmen ein Garant für Effizienz wäre; betont, dass ein so festgelegter Zeitraum darauf ausgerichtet sein müsste, dass die Festlegung von Finanzprioritäten mit den Amtszeiten des Parlaments und der Kommission übereinstimmt;