Vertaling van "loyale samenwerking " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

beginsel van loyale samenwerking
Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit

communautaire loyaliteit | gemeenschapstrouw | loyale samenwerking
Gemeinschaftstreue

verplichting tot loyale samenwerking
zu loyaler Zusammenarbeit verpflichtet

Europese territoriale samenwerking [ Europese grensoverschrijdende samenwerking | Europese interregionale samenwerking | Europese transnationale samenwerking | Interreg ]
Europäische territoriale Zusammenarbeit [ grenzübergreifende Zusammenarbeit | Interreg | transnationale Zusammenarbeit ]

justitiële samenwerking [ gerechtelijke samenwerking | justitiële onderlinge hulp ]
Zusammenarbeit der Justizbehörden [ zwischenstaatliche Rechtshilfe ]

interinstitutionele samenwerking (EU) [ interinstitutionele samenwerking EG ]
Interinstitutionelle Zusammenarbeit (EU) [ interinstitutionelle Zusammenarbeit EG ]

samenwerking
Zusammenarbeit

politiële samenwerking
polizeiliche Zusammenarbeit

grensoverschrijdende samenwerking
grenzüberschreitende Zusammenarbeit

grensoverschrijdende politiële samenwerking
grenzüberschreitende polizeiliche Zusammenarbeit

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Loyale samenwerking tussen instellingen en een stabiele scheiding der machten zijn de onontbeerlijke hoekstenen om vooruitgang te kunnen boeken met de hervorming van het justitiële stelsel en de strijd tegen corruptie.
Loyalität in der Zusammenarbeit der Organe und eine fest verankerte Gewaltenteilung bilden das Fundament und den richtigen Ausgangspunkt für Fortschritte bei der Justizreform und der Korruptionsbekämpfung.

Artikel 13 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (EU) stelt dat de instellingen en staten van de EU „loyale samenwerking” moeten beoefenen.
Artikel 13 des Vertrags über die Europäische Union (EU) nennt die Organe der EU und legt fest, dass diese „loyal zusammenarbeiten“ müssen.

Dit heeft met name betrekking op de regels in verband met de justitiële samenwerking in strafzaken en overlevering, met volledige inachtneming van het acquis van de Unie op dit gebied en de verplichting tot loyale samenwerking bedoeld in artikel 4, lid 3, VEU.
Dies sollte insbesondere die Vorschriften über die justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen und die Überstellung betreffen, wobei der Besitzstand der Union auf diesem Gebiet sowie der Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit nach Artikel 4 Absatz 3 EUV uneingeschränkt zu achten sind.

Krachtens het beginsel van loyale samenwerking dienen alle nationale autoriteiten en de betrokken organen van de Unie, zoals Eurojust, Europol en OLAF, het EOM actief te ondersteunen bij de onderzoeken en strafvervolgingen, en er mee samenwerken, vanaf het moment waarop een vermoedelijk strafbaar feit aan het EOM wordt gemeld tot wanneer het beslist strafvervolging in te stellen of de zaak op een andere manier af te doen.
Nach dem Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit sollten alle nationalen Behörden und die zuständigen Stellen der Union, einschließlich Eurojust, Europol und OLAF, die Ermittlungen und Strafverfolgungsmaßnahmen der EUStA aktiv unterstützen und mit ihr zusammenarbeiten, und zwar ab dem Zeitpunkt, zu dem der EUStA eine mutmaßliche Straftat gemeldet wird, bis zu dem Zeitpunkt, zu dem sie entscheidet, Anklage zu erheben oder die Sache anderweitig abzuschließen.

In het licht van het beginsel van loyale samenwerking dienen zowel het EOM als de bevoegde nationale autoriteiten elkaar te ondersteunen en informeren met het oog op de efficiënte bestrijding van de strafbare feiten die onder de bevoegdheid van het EOM vallen.
Im Sinne des Grundsatzes der loyalen Zusammenarbeit sollten die EUStA und die zuständigen nationalen Behörden einander unterstützen und unterrichten, damit die Straftaten, die in die Zuständigkeit der EUStA fallen, wirksam bekämpft werden können.

L. overwegende dat belastingconcurrentie tussen de lidstaten bestaat; overwegende dat het beginsel van loyale samenwerking tussen de EU-lidstaten is vastgelegd in artikel 4 VEU; overwegende dat de lidstaten het beginsel van loyale samenwerking volledig dienen toe te passen ten aanzien van belastingconcurrentiekwesties;
L. in der Erwägung, dass zwischen den Mitgliedstaaten ein Steuerwettbewerb herrscht; in der Erwägung des in Artikel 4 EUV verankerten Grundsatzes der loyalen Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten der Union; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit in Angelegenheiten des Steuerwettbewerbs in vollem Umfang anwenden sollten;

L. overwegende dat belastingconcurrentie tussen de lidstaten bestaat; overwegende dat het beginsel van loyale samenwerking tussen de EU-lidstaten is vastgelegd in artikel 4 VEU; overwegende dat de lidstaten het beginsel van loyale samenwerking volledig dienen toe te passen ten aanzien van belastingconcurrentiekwesties;
L. in der Erwägung, dass zwischen den Mitgliedstaaten ein Steuerwettbewerb herrscht; in der Erwägung des in Artikel 4 EUV niedergelegten Grundsatzes der loyalen Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten der Union; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit in Angelegenheiten des Steuerwettbewerbs in vollem Umfang anwenden sollten;

124. vraagt de lidstaten alles in het werk te stellen voor en betere samenwerking, om in samenwerking met de desbetreffende EU-organen en -agentschappen, waarborgen te kunnen bieden tegen spionage, met het oog op de bescherming van de burgers en de instellingen van de EU, Europese ondernemingen, het bedrijfsleven in de EU, en de IT infrastructuur en netwerken, evenals het Europese onderzoek; beschouwt een actieve betrokkenheid van belanghebbenden in de EU als eerste voorwaarde voor een effectieve informatie-uitwisseling; wijst erop dat veiligheidsdreigingen internationaler, diffuser en complexer zijn geworden en daardoor een versterkte Europese samenwerking vereisen; stelt dat deze ontwikkeling in de Verdragen beter tot uitdrukking moet komen en pleit daarom voor een zodanige herziening van de Verdragen dat het begrip loyale samenwerking tussen de lidstaten en de Unie meer gewicht krijgt waar het gaat om de totstandbrenging van een ruimte van veiligheid, en dat wederzijdse spionage tussen lidstaten binnen de Unie wordt vermeden;
124. fordert die Mitgliedstaaten dazu auf, Anstrengungen zu unternehmen, um für eine bessere Kooperation mit Blick auf die Spionageabwehr in Zusammenarbeit mit den einschlägigen EU-Organen und Agenturen zum Schutz der EU-Bürger und Institutionen, der europäischen Unternehmen, der EU-Industrie und der IT-Infrastrukturen und -Netze sowie der europäischen Forschung zu sorgen; hält die aktive Einbeziehung von Interessenvertretern der EU für eine Vorbedingung für einen wirksamen Informationsaustausch; weist darauf hin, dass Bedrohungen der Sicherheit internationaler, diffuser und komplexer geworden sind und daher eine verstärkte europäische Zusammenarbeit erfordern; ist der Auffassung, dass sich diese Entwicklung besser in den Verträgen widerspiegeln sollte, und fordert daher eine Überarbeitung der Verträge, um den Begriff der loyalen Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten und der Union, was das Ziel der Schaffung eines Raumes der Sicherheit anbelangt, zu stärken und um gegenseitiges Ausspionieren zwischen den Mitgliedstaaten in der Union zu verhindern;

125. vraagt de lidstaten alles in het werk te stellen voor en betere samenwerking, om in samenwerking met de desbetreffende EU-organen en -agentschappen, waarborgen te kunnen bieden tegen spionage, met het oog op de bescherming van de burgers en de instellingen van de EU, Europese ondernemingen, het bedrijfsleven in de EU, en de IT infrastructuur en netwerken, evenals het Europese onderzoek; beschouwt een actieve betrokkenheid van belanghebbenden in de EU als eerste voorwaarde voor een effectieve informatie-uitwisseling; wijst erop dat veiligheidsdreigingen internationaler, diffuser en complexer zijn geworden en daardoor een versterkte Europese samenwerking vereisen; stelt dat deze ontwikkeling in de Verdragen beter tot uitdrukking moet komen en pleit daarom voor een zodanige herziening van de Verdragen dat het begrip loyale samenwerking tussen de lidstaten en de Unie meer gewicht krijgt waar het gaat om de totstandbrenging van een ruimte van veiligheid, en dat wederzijdse spionage tussen lidstaten binnen de Unie wordt vermeden;
125. fordert die Mitgliedstaaten dazu auf, Anstrengungen zu unternehmen, um für eine bessere Kooperation mit Blick auf die Spionageabwehr in Zusammenarbeit mit den einschlägigen EU-Organen und Agenturen zum Schutz der EU-Bürger und Institutionen, der europäischen Unternehmen, der EU-Industrie und der IT-Infrastrukturen und -Netze sowie der europäischen Forschung zu sorgen; hält die aktive Einbeziehung von Interessenvertretern der EU für eine Vorbedingung für einen wirksamen Informationsaustausch; weist darauf hin, dass Bedrohungen der Sicherheit internationaler, diffuser und komplexer geworden sind und daher eine verstärkte europäische Zusammenarbeit erfordern; ist der Auffassung, dass sich diese Entwicklung besser in den Verträgen widerspiegeln sollte, und fordert daher eine Überarbeitung der Verträge, um den Begriff der loyalen Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten und der Union, was das Ziel der Schaffung eines Raumes der Sicherheit anbelangt, zu stärken und um gegenseitiges Ausspionieren zwischen den Mitgliedstaaten in der Union zu verhindern;

J. overwegende dat het beginsel van loyale samenwerking, zelfs in aangelegenheden die onder uitsluitende bevoegdheid van de lidstaten vallen, kan worden aangetast via bilaterale overeenkomsten die uiteenlopende voorwaarden bevatten voor het verstrekken van de visavrije status aan onderdanen van sommige lidstaten, hetgeen erop neerkomt dat de burgers van de lidstaten wat visa betreft op uiteenlopende wijze worden behandeld; overwegende dat de Commissie het beginsel van loyale samenwerking dient te waarborgen;
J. in der Erwägung, dass selbst für Fragen, die in die ausschließliche Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fallen, der Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit durch bilaterale Abkommen gefährdet werden könnte, die für einige Mitgliedstaaten unterschiedliche Bedingungen für die Einräumung der Visumfreiheit beinhalten, was im Visumbereich eine unterschiedliche Behandlung der Bürger in den einzelnen Mitgliedstaaten bewirken würde; in der Erwägung, dass die Kommission den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit sichern sollte,