Bij andere schepen dan olietankschepen, met een brutotonnage van minder dan 400 t, buiten het bijzondere gebied, draagt de [vlaggenstaat] administratie er zorg voor dat deze zijn uitgerust, voorzover praktisch uitvoerbaar en redelijk, met installaties voor het aan boord opslaan van olierestanten en de afgifte daarvan aan ontvangstinrichtingen of lozing in zee overeenkomstig het gestelde in punt 1, onder b) van dit voorschrift.
Bei einem Schiff mit einem Bruttoraumgehalt von weniger als 400 RT, das kein Öltankschiff ist und das sich außerhalb eines Sondergebiets befindet, stellt die Verwaltung [Flaggenstaat] sicher, dass es, soweit möglich und zumutbar, mit Einrichtungen ausgerüstet ist, um die Lagerung von Ölrückständen an Bord und ihr Einleiten in Auffanganlagen oder ins Meer nach Absatz 1 Buchstabe b zu gewährleisten.