In het besluit tot inleiding van de procedure is gesteld dat er, op het moment van vaststelling van het besluit, geen specifiek
e staatssteunregels waren waarmee kon worden erkend dat vrijstellingen van of kortingen op heffingen ter financie
ring van steun voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen
kunnen worden beschouwd als noodzakelijk voor een doelstelling van gemeenschappelijk belang en dus kunnen worden goedgekeurd op grond van artikel 107, lid 3, onder c), van het Ve
...[+++]rdrag.
Dem Einleitungsbeschluss zufolge gab es zum Zeitpunkt seiner Annahme keine spezifischen Beihilfevorschriften, die anerkannt hätten, dass Befreiungen oder Verringerungen von Abgaben, die der Finanzierung erneuerbarer Energien dienen, als erforderlich angesehen werden könnten, um ein Ziel von gemeinsamem Interesse zu verwirklichen, und daher auf der Grundlage des Artikels 107 Absatz 3 Buchstabe c AEUV zulässig sein könnten.