Een gloeilamp uit de massaproduktie die al minstens een uur heeft gebrand wordt in de dimlichtstand ontstoken zonder van zijn steun te zijn losgenomen en zonder ten opzichte hiervan bijgesteld te zijn (Voor deze proef moet de spanning worden ingesteld op de in punt 1.1.1.2 voorgeschreven wijze). De positie van het horizontale deel van de licht-donkerscheiding (tussen VV en de verticale lijn door punt B 50 L bij koplichten die voor rechts verkeer zijn ontworpen of punt B 50 R bij koplichten voor links verkeer) wordt drie minuten (r3), respectievelijk 60 minuten (r60) na het inschakelen gecontroleerd.
Unter Verwendung einer Serienglühlampe, die mindestens eine Stunde lang gealtert wurde, ist der Scheinwerfer mit Abblendlicht zu betreiben, ohne aus der Prüfvorrichtung entfernt oder in seiner Stellung zu ihr verändert zu werden (Für Zwecke dieser Prüfung muß die Spannung gemäß Abschnitt 1.1.1.2 eingestellt werden.) Die Lage der Hell-Dunkel-Grenze in ihrem waagerechten Teil (zwischen vv und der vertikalen Linie durch Punkt B 50 L für Rechtsverkehr oder B 50 R für Linksverkehr) ist 3 Minuten (r3) und 60 Minuten (r60) nach Inbetriebnahme zu überprüfen.