10. is van mening dat artikel 1, lid 2, letter d van de verordening duidelijk moet bepalen dat niet alleen arbitrageprocedures maar ook gerechtelijke procedures waarin ten principale, incidenteel of prejudicieel uitspraak wordt gedaan over
de geldigheid of de mate van arbitrale bevoegdheid, van de werkingssfeer van de verordening uitgesloten zijn; is voorts van meni
ng dat een lid moet worden toegevoegd aan artikel 31, inhoudende dat een vonnis niet zal worden erkend indien het gerecht van de staat van herkomst, bij zijn beslissing ov
...[+++]er de geldigheid of strekking van een arbitragebeding, een bepaling van het arbitragerecht van de aangezochte staat buiten beschouwing heeft gelaten, tenzij het vonnis uit die staat hetzelfde resultaat bewerkt als wanneer het arbitragerecht van de aangezochte staat was toegepast; 10. ist der Auffassung, dass aus Artikel 1 Absatz 2 Buchstabe d der Verordnung klar hervorgehen sollte, dass nicht nur die Schiedsgerichtsbarkeit vom Anwendungsbereich der Verordnung ausgenommen ist, sondern auch die Verfahren vor staatlichen Gerichten, bei denen es in der Hauptsache oder im Rahmen einer Neben- oder Vorabfrage um die Wirksamkeit oder den Umfang einer Schiedsgerichtszuständigkeit geht; ist ferner der Ansicht, dass in Artikel 31 ein
Absatz hinzugefügt werden sollte, der regelt, dass eine Entscheidung nicht anerkannt wird, wenn das Gericht im Ursprungsmitgliedstaat im Rahmen seiner Entscheidungsfindung über die Wirksamkeit
...[+++] oder den Umfang einer Schiedsklausel zu befinden hatte und dabei gegen schiedsrechtliche Bestimmungen des Vollstreckungsmitgliedstaats verstoßen hat; dies gilt nicht, wenn die fragliche Entscheidung auch bei Anwendung der schiedsrechtlichen Bestimmungen des Vollstreckungsmitgliedstaats zu keinem anderen Ergebnis geführt hätte;