5. aanvaardt de verlaging met 14,8 miljoen EUR zoals voorgesteld door de Raad, uitsluitend aangezien dit bedrag wordt toegevoegd aan het oorspronkelijke bedrag van 11,2 miljard EUR van OGB 2/2013; benadrukt in dit verband vast te houden aan zijn beginselstandpunt dat de financiering van speciale instrumenten, zoals het Solidariteitsfonds van de EU, zowel voor de vastleggingen als de betalingen moet plaatsvinden met nieuwe kredieten boven de maxima van het MFK;
5. akzeptiert die vom Rat vorgenommene Kürzung um 14,8 Mio. EUR nur deshalb, weil die ursprünglichen 11,2 Mrd. EUR des EBH 2/2013 um diesen Betrag überschritten würden; betont in diesem Zusammenhang, dass es an seinem grundsätzlichen Standpunkt festhält, dass Sonderinstrumente wie der EU-Solidaritätsfonds mit neuen Mitteln – sowohl neuen Mitteln für Verpflichtungen als auch neuen Mitteln für Zahlungen – unter Überschreitung der Obergrenzen des MFR finanziert werden sollten;