Aangezien de termijnen voor de betwisting van een erkenning van het meemoederschap mutatis mutandis zijn overgenomen van de regeling inzake de betwisting van een vaderlijke erkenning, bedoeld in artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, kan worden aangenomen dat aan de in het geding zijnde termijnen dezelfde doelstellingen ten grondslag liggen.
Da die Fristen für die Anfechtung einer Anerkennung der Mitmutterschaft mutatis mutandis aus der Regelung über die Anfechtung einer Anerkennung väterlicherseits im Sinne von Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches übernommen wurden, kann angenommen werden, dass den fraglichen Fristen die gleichen Ziele zugrunde liegen.