1 ter. herhaalt zijn standpunt, met name naar voren gebracht in zijn resolutie van 7 juli 2011, voorstander te zijn van voortzetting van de regeling voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Unie tijdens het volgende meerjarig financieel kader; dringt er bij de Commissie op aan een passende rechtsgrondslag voor te stellen; benadrukt echter dat de doelstellingen van het ESF en de regeling voor de meest behoeftigen niet geheel identiek zijn;
1b. weist erneut auf seinen insbesondere in seiner Entschließung vom 7. Juni 2011zum Ausdruck gebrachten Standpunkt hin, dass das Programm für die Abgabe von Nahrungsmitteln an Bedürftige in der Union im nächsten mehrjährigen Finanzierungszeitraum fortgeführt werden muss; fordert die Kommission nachdrücklich auf, die zweckmäßigste Rechtsgrundlage vorzuschlagen; betont jedoch, dass die Ziele des ESF und des Programms für Bedürftige nicht völlig übereinstimmen;