43. is ingenomen met het feit dat er op 8 november 2015 in Myanmar/Birma vrije verkiezingen zijn gehouden, wat voor het land een belangrijke mijlpaal in de overgang naar een democratie vormt; blijft evenwel bezorgd over het grondwettelijk kader voor deze verkiezingen, dat voorschrijft dat 25 % van de parlementszetels bestemd is voor het leger; erkent dat er vooruitgan
g is geboekt wat de mensenrechten betreft, maar wijst op een aantal nog steeds bestaande tekortkomingen, met name ten aanzien van de rechten van minderheden en de vrijheid van meningsuiting
...[+++], vereniging en vreedzame vergadering; veroordeelt de discriminatie jegens de Rohingya, die nog verergerd wordt door het feit dat deze gemeenschap geen wettelijke status heeft, en door de toenemende haatzaaiende uitlatingen tegen niet-boeddhisten; dringt aan op een grondig, transparant en onafhankelijk onderzoek naar alle berichten van mensenrechtenschendingen jegens de Rohingya en is van mening dat de vier door het parlement in 2015 aangenomen wetten "ter bescherming van ras en religie" discriminerende aspecten bevatten wat geslacht betreft; herhaalt zijn verzoek om het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) toestemming te verlenen een kantoor in het land te openen; 43. begrüßt, dass in Myanmar/Birma am 8. November 2015 Wahlen durchgeführt wurden, die einen wichtigen Meilenstein im Übergang zur Demokratie markieren; äußert allerdings nach wie vor Bedenken hinsichtlich des Verfassungsrahmens dieser Wahlen, dem zufolge 25 % der Parlamentssitze den Streitkräften vorbehalten sind; erkennt die Fortschritte an, die bisla
ng hinsichtlich der Menschenrechte erzielt wurden, auch wenn es in einigen Bereichen noch Defizite gibt, vor allem bei den Rechten von Minderheiten, der Meinungs- und Vereinigungsfreiheit und dem Recht auf friedliche Versammlungen; verurteilt die Diskriminierung der Rohingya, die durch
...[+++] die Tatsache weiter verschlimmert wird, dass diese Gemeinschaft keinen Rechtsstatus hat und Hassreden gegen Menschen, die keine Buddhisten sind, zunehmen; fordert eine vollständige, transparente und unabhängige Untersuchung aller Berichte über Menschenrechtsverletzungen gegen Rohingya und vertritt die Auffassung, dass die vom Parlament 2015 verabschiedeten vier Gesetze, durch die „die Rasse und Religion geschützt werden“ sollen, diskriminierende Aspekte, insbesondere geschlechtsspezifische, aufweisen; wiederholt seine Forderung, dass dem Büro des Hohen Kommissars für Menschrechte gestattet wird, eine Vertretung in dem Land einzurichten;