Vertaling van "miljard euro vastleggingen " (Nederlands → Duits) :

Voor de periode 2000-2006 beschikken de Structuurfondsen over 195 miljard euro (vastleggingen in prijzen van 1999), aangevuld met 14,15 miljard euro voor de tien nieuwe lidstaten.
Im Zeitraum 2000-2006 stehen für die Strukturfonds Mittel in Höhe von 195 Mrd (Mittelbindungen zu Preisen von 1999) zur Verfügung, zu denen 14,15 Mrd. für die zehn neuen Mitgliedstaaten hinzukommen.

De totale RAL (uitstaande vastleggingen) bedroegen eind 2005 20,74 miljard euro (vergeleken met 19,35 miljard euro in 2004), waarvan 20,44 miljard euro bestemd was voor de huidige programmeringsperiode van het ESF (18,59 miljard euro in 2004).
Der Gesamtbetrag der RAL (noch abzuwickelnde Mittelbindungen) belief sich Ende des Jahres 2005 auf 20,74 Mrd. EUR (gegenüber 19,35 Mrd. EUR im Jahr 2004), wovon 20,44 Mrd. EUR auf den aktuellen ESF-Programmplanungszeitraum entfallen (18,59 Mrd. EUR im Jahr 2004).

De vastleggingen uit voorgaande jaren waarvoor de betalingen nog moesten worden verricht[3], bedroegen eind 2005 55,4 miljard euro (vergeleken met 48,97 miljard euro in 2004), waarvan 39,9 miljard euro bestemd was voor het EFRO (35,9 miljard euro in 2004).
Die Mittelbindungen aus früheren Jahren, für die noch keine Zahlung erfolgte[3], beliefen sich Ende 2005 auf 55,4 Mrd. EUR (gegenüber 48,97 Mrd. EUR im Jahr 2004), wovon 39,9 Mrd. EUR auf den EFRE entfielen (35,9 Mrd. EUR im Jahr 2004).

De totale vastleggingen beliepen 27,1 miljard euro in 2005 (26,5 miljard euro in 2004).
Die gesamten Mittelbindungen erreichten 27,1 Mrd. EUR für das Jahr 2005 (26,5 Mrd. EUR für 2004).

In de ontwerpbegroting 2017 bedragen de vastleggingen 157,7 miljard EUR (tegenover 155,0 miljard euro in 2016) en de betalingen 134,9 miljard EUR (was 143,9 miljard EUR in 2016); het verschil is toe te schrijven aan het traag op gang komen van de cohesieprogramma’s voor 2014-2020.
Der Haushaltsplanentwurf 2017 enthält Mittel für Verpflichtungen in Höhe von 157,7 Mrd. EUR (gegenüber 155,0 Mrd. EUR im Jahr 2016) und Mittel für Zahlungen in Höhe von 134,9 Mrd. EUR (2016 waren es noch 143,9 Mrd. EUR). Die Differenz ist auf die schleppende Inanspruchnahme der Kohäsionsprogramme für den Zeitraum 2014-2020 zurückzuführen.

De EU-begroting 2013 bevat in totaal voor 151 miljard euro aan vastleggingskredieten (VK, maximumbedrag aan vastleggingen om toekomstige rekeningen te betalen – voornamelijk door de EU gefinancierde langlopende projecten) en 132,8 miljard euro aan betalingskredieten (BK, reële bedragen die voor eerder gedane vastleggingen moeten worden betaald).
Die Mittel für Verpflichtungen (MfV, maximaler Wert an Zahlungsverpflichtungen, die eingegangen werden können – hauptsächlich für EU-geförderte Langzeitprojekte) belaufen sich auf 151 Mrd. EUR; die gesamten Mittel für Zahlungen (MfZ, Mittel zur Begleichung früher eingegangener Verpflichtungen - hauptsächlich für abgeschlossene EU-geförderte Projekte in ganz Europa) belaufen sich auf 132,8 Mrd. EUR.

Tegelijkertijd blijft deze innovatieve EU-begroting compact. In totaal wordt voor de komende zeven jaar 1 025 miljard euro aan vastleggingen (1,05% van het bni van de EU) en 972,2 miljard euro aan betalingen (1% van het bni van de EU) voorgesteld.
Der neue EU-Haushalt konzentriert sich auf die wesentlichen Aufgaben: Insgesamt sind für die nächsten sieben Jahre 1 025 Mrd. EUR an Mitteln für Verpflichtungen (1,05 % des BNE der EU) und 972,2 Mrd. EUR an Mitteln für Zahlungen (1 % des BNE der EU) veranschlagt.

De Raad wilde voor de EU-begroting voor volgend jaar slechts 141.777 miljard euro aan vastleggingen uittrekken (+ 0,2% ten opzichte van 2010) en 126.527 miljard euro aan betalingen (+2,9%) (12464/10), terwijl het Europees Parlement een bedrag wenste van 143.070 miljard euro aan vastleggingen (+1,1%) en 130.559 miljard euro aan betalingen (+6,2%) ( [http ...]
Der Rat wünschte eine Begrenzung des EU-Haushaltsplans für das kommende Haushaltsjahr auf 141,777 Mrd. EUR an Verpflichtungen (+ 0,2 % gegenüber 2010) und 126,527 Mrd. EUR an Zahlungen (+ 2,9 %) (Dok. 12464/10, während das Europäische Parlament 143,070 Mrd. EUR an Verpflichtungen (+ 1,1 %) und 130,559 Mrd. EUR an Zahlungen (+ 6,2 %) forderte ( [http ...]

6. LOOFT de Commissie wegens het feit dat in 2005 kwantitatief aanzienlijk meer steun verstrekt werd dan in 2004, zowel qua vastleggingen (8 miljard euro, een toename met 16%) als qua betalingen (6,2 miljard euro over het afgelopen jaar, tegenover 5,7 miljard euro in 2004), en MOEDIGT de Commissie AAN door te gaan met haar inspanningen om de nog betaalbaar te stellen bedragen te verminderen;
6. BEGLÜCKWÜNSCHT die Kommission zu der quantitativen Steigerung ihrer Beihilfen im Jahr 2005 im Vergleich zu 2004, und zwar sowohl was die Mittelbindungen (8 Mrd. EUR, d.h. eine Steigerung um 16 %) als auch was die Zahlungen (6,2 Mrd. EUR im vergangenen Jahr, im Vergleich zu 5,7 Mrd. EUR im Jahr 2004) betrifft, und EMPFIEHLT der Kommission, ihre Bemühungen zur Verringerung der noch abzuwickelnden Mittelbindungen fortzusetzen;

Het door de Commissie voorgestelde VOB voor 2004 bevat een totaalbedrag van 100,6 miljard euro aan kredieten voor betalingen (+ 3,3% in vergelijking met de begroting voor 2003), waarvan 5 miljard voor de nieuwe lidstaten, en 112,2 miljard euro aan kredieten voor vastleggingen voor de uitgebreide Unie, waarvan 11,8 miljard euro voor de nieuwe lidstaten.
Die Kommission schlägt für 2004 einen HVE mit Mitteln für Zahlungen in Höhe von insgesamt 100,6 Mrd. EUR (+ 3,3 % gegenüber dem Haushaltsplan 2003) vor, davon 5 Mrd. EUR für die neuen Mitgliedstaaten, und 112,2 Mrd. EUR an Mitteln für Verpflichtungen für die erweiterte Union, davon 11,8 Mrd. EUR für die neuen Mitgliedstaaten.