Uit de parlementaire voorbereiding van het bestreden artikel 36 blijkt dat het bestraffen van het misbruik van zwakke personen is ingegeven door de noodzaak om « in het strafrechtelijk instrumentarium te beschikken over een autonoom misdrijf, om beter bij de feitelijke situatie te kunnen aansluiten » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0080/007, p. 62) :
Aus den Vorarbeiten zu dem angefochtenen Artikel 36 geht hervor, dass die Bestrafung des Missbrauchs von schwachen Personen auf der Notwendigkeit beruht, « im strafrechtlichen Instrumentarium über eine autonome Straftat zu verfügen, um besser auf die faktische Situation eingehen zu können » (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-0080/007, S. 62):