Vertaling van "mishandeling of grove " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

mishandeling
Misshandlung

grove zandfilter | grove zandwasser | snelle zandfilter | snelle zandwasser
Schnell-Sandfilter

grove delen van juwelen bijvijlen | grove delen van juwelen egaliseren | ruwe delen van juwelen bijvijlen | ruwe delen van juwelen egaliseren
Edelsteine glätten

grove moder van arthropoden | grove moder van geleedpotigen
Arthropodengrobmoder

greneboom | grove den | grove spar | mastboom | pijnboom | Schotse spar | silvesterpijn
Foehre | Fohre | Forche | Forle | Gemeine Kiefer | Rotkiefer | Waldkiefer | Weissfoehre | Weisskiefer

overtreding [ delict | misdrijf | mishandeling | vergrijp | wetsschennis ]
strafbare Handlung [ Delikt | Gesetzesübertretung | Gesetzesverletzung | Rechtsverletzung | Verbrechen | Vergehen | Verstoß gegen das Gesetz | Vorschriftswidrigkeit | Zuwiderhandlung ]

werken aan de gevolgen van misbruik | werken aan de gevolgen van mishandeling
an den Auswirkungen von Missbrauch arbeiten

seksueel geweld [ aanranding | seksuele mishandeling | verkrachting ]
sexuelle Gewalt [ Sexualstraftat | sexuelle Nötigung | sexueller Missbrauch | Vergewaltigung ]

grove belediging
grobe Beleidigung

grove fout
schwerwiegende Pflichtverletzung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

« Art. 231. Ieder der echtgenoten kan echtscheiding vorderen op grond van gewelddaden, mishandeling of grove beledigingen door de andere echtgenoot jegens hem gepleegd ».
« Art. 231. Jeder Ehegatte kann die Ehescheidung wegen Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schwerer Ehrenkränkungen des einen Ehegatten dem anderen gegenüber beantragen ».

D. overwegende dat in de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 2 december 2011 de wijdverbreide, stelselmatige en grove schending van mensenrechten en fundamentele vrijheden – zoals het doden, de standrechtelijke terechtstelling, vervolging, willekeurige opsluiting, gedwongen verdwijningen, marteling en mishandeling, verkrachting en ander seksueel geweld tegen burgers, onder wie kinderen, alsook het weigeren en de belemmering van geneeskundige bijstand aan gewonden – door de Syrische autoriteiten en door strijdkrachten en veiligheidstroepen krachtig is veroordeeld, en wordt voorgesteld een speciale rapporteur te benoemen voor de mensenrechtensituatie in het land;
D. in der Erwägung, dass in der Resolution des Menschenrechtsrates der Vereinten Nationen vom 2. Dezember 2011 die weit verbreiteten, systematischen und groben Verstöße gegen die Menschenrechte und Grundfreiheiten durch die syrischen Behörden sowie durch die syrischen Streitkräfte und Sicherheitskräfte – wie Tötungen, willkürliche Hinrichtungen, Verfolgungen, willkürliche Verhaftungen, Verschleppungen, Folter, Misshandlungen, Vergewaltigungen und andere Formen der sexuellen Gewalt gegen Zivilpersonen, einschließlich Kinder, sowie die Verweigerung und Behinderung medizinischer Hilfe für verletzte Personen – scharf verurteilt werden und vorgeschlagen wird, ein Mandat für einen Sonderberichterstatter zur Lage der Menschenrechte in dem Land zu erteilen;

C. overwegende dat in de resolutie van de VN-mensenrechtenraad van 2 december 2011 de wijdverbreide, stelselmatige en grove schending van mensenrechten en fundamentele vrijheden krachtig – zoals het doden, de standrechtelijke terechtstelling, vervolging, willekeurige opsluiting, gedwongen verdwijningen, marteling en mishandeling, verkrachting en ander seksueel geweld tegen burgers onder wie kinderen, alsook het weigeren en de belemmering van geneeskundige bijstand aan gewonden door de Syrische autoriteiten en door strijdkrachten en veiligheidstroepen krachtig zijn veroordeeld, en dat wordt voorgesteld een speciale rapporteur te benoemen voor de mensenrechtensituatie in het land;
C. in der Erwägung, dass in der Resolution des Menschenrechtsrates der Vereinten Nationen vom 2. Dezember 2011 die weit verbreiteten, systematischen und groben Verstöße gegen die Menschenrechte und Grundfreiheiten durch die syrischen Behörden und Streit- und Sicherheitskräfte – wie z. B. Tötungen, willkürliche Hinrichtungen, Verfolgungen, willkürliche Verhaftungen, Verschleppungen, Folter, Misshandlungen, Vergewaltigungen und andere Formen der sexuellen Gewalt gegen Zivilpersonen, einschließlich Kinder, sowie die Verweigerung und Behinderung medizinischer Hilfe für verletzte Personen – scharf verurteilt werden und vorgeschlagen wird, ein Mandat für einen Sonderberichterstatter zur Lage der Menschenrechte in dem Land zu erteilen;

1. herhaalt zijn krachtige veroordeling van het onevenredige gebruik van brutaal geweld tegen vreedzame betogers en de voortgaande, wijdverbreide, stelselmatige en grove schending van mensenrechten en fundamentele vrijheden door de Syrische autoriteiten, zoals willekeurige executies, het doden en vervolgen van activisten voor democratie en mensenrechten alsmede journalisten, willekeurige opsluiting, gedwongen verdwijningen, marteling en mishandeling, ook van kinderen;
1. verurteilt erneut aufs Schärfste den unverhältnismäßigen und brutalen Einsatz von Gewalt gegen friedliche Demonstranten und die anhaltende, weit verbreitete, systematische und grobe Verletzung der Menschenrechte und Grundfreiheiten durch die syrische Regierung wie etwa willkürliche Hinrichtungen, Tötung und Verfolgung von prodemokratischen Aktivisten, Menschenrechtsverteidigern und Journalisten, willkürliche Verhaftungen, Verschleppungen, Folter und Misshandlung, auch von Kindern;

Lesbiennes, homo's, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI) zijn nog altijd het slachtoffer van vervolging, discriminatie en grove mishandeling, waarbij vaak extreem geweld wordt gebruikt.
Lesbische, schwule, bi-, trans- und intersexuelle (LGBTI) Personen werden weiterhin verfolgt, diskriminiert und misshandelt, wobei sie häufig extreme Formen von Gewalt erleiden müssen.

« Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [.] arresten van 4 januari 1980 en 23 april 1982, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aanleiding geeft tot discriminatie van de echtgenoot die na echtscheiding een onderhoudsuitkering vordert, naargelang die echtgenoot verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van de artikelen 229 of 231 van het Burgerlijk Wetboek, of verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van artikel 232 van het Burgerlijk Wetboek, door het feit dat in de eerste situatie hem de uitkering niet zal worden toegekend indien wordt aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, mishandeling of grove beledigingen heeft gepleegd, terwijl in de tweede situatie hem dezelfde uitkering niet zal worden toegekend wanneer wordt vastgesteld dat door hem begane fouten of tekortkomingen ten grondslag liggen aan de feitelijke scheiding of ertoe hebben bijgedragen dat deze meer dan twee jaar heeft geduurd, fouten of tekortkomingen die tot de discretionaire beoordeling van de rechter behoren - zonder enig vooraf bepaald objectief criterium -, maar die volgens de interpretatie van het Hof van Cassatie minder zwaar kunnen zijn dan de gewelddaden, mishandeling en beledigingen waarvan sprake is in artikel 231 van het Burgerlijk Wetboek ?
« Verstösst Artikel 306 des Zivilgesetzbuches, in der Auslegung durch den Kassationshof in seinen [.] Urteilen vom 4. Januar 1980 und vom 23. April 1982, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zu einer Diskriminierung des Ehegatten führt, der nach der Ehescheidung den Unterhalt beantragt, je nachdem, ob dieser Ehegatte Beklagter ist in einer aufgrund der Artikel 229 oder 231 des Zivilgesetzbuches erhobenen Ehescheidungsklage, oder ob er Beklagter ist in einer aufgrund von Artikel 232 des Zivilgesetzbuches erhobenen Ehescheidungsklage, angesichts der Tatsache, dass ihm in der ersten Situation der Unterhalt nicht zuerkannt wird, wenn nachgewiesen wird, dass er Ehebruch, Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schwere Ehrenkränkungen begangen hat, während ihm in der zweiten Situation der Unterhalt nicht zuerkannt wird, wenn festgestellt wird, dass seine Fehler oder Mängel der tatsächlichen Trennung zugrunde liegen oder dazu geführt haben, dass diese über zwei Jahre gedauert hat, wobei diese Fehler oder Mängel zur Ermessensbefugnis des Richters gehören - ohne dass dazu im Voraus objektive Kriterien festgelegt wurden -, aber gemäss der Auslegung des Kassationshofes weniger schwerwiegend sein können als die in Artikel 231 des Zivilgesetzbuches erwähnten Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schweren Ehrenkränkungen?

Weliswaar kan aan de laatstgenoemde categorie van echtgenoten, krachtens artikel 301, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, geen uitkering tot levensonderhoud worden toegekend, maar de verwijzende rechter beoogt blijkbaar de bijzondere situatie waarin « de uitkering niet zal worden toegekend aan de echtgenoot die de echtscheiding heeft verkregen indien - in het kader van een tegenvordering tot echtscheiding die zijn echtgenoot tegen hem heeft ingesteld op grond van de artikelen 229 of 231 van het Burgerlijk Wetboek - wordt aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, mishandeling of grove beledigingen heeft gepleegd ».
Zwar können Ehepartner der letztgenannten Kategorie aufgrund von Artikel 301 § 1 des Zivilgesetzbuches kein Unterhaltsgeld erhalten, doch der vorlegende Richter nimmt offensichtlich Bezug auf die besondere Situation, in der « kein Unterhalt gewährt wird für einen Ehepartner, der die Ehescheidung erwirkt hat, wenn - im Rahmen einer Widerklage auf Ehescheidung, die sein Ehepartner aufgrund der Artikel 229 oder 231 des Zivilgesetzbuches gegen ihn eingereicht hat - nachgewiesen wird, dass er Ehebruch, Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schwere Ehrenkränkungen begangen hat ».

« Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [.] arresten van 4 januari 1980 en 23 april 1982, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aanleiding geeft tot discriminatie van de echtgenoot die na echtscheiding een onderhoudsuitkering vordert, naargelang die echtgenoot verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van de artikelen 229 of 231 van het Burgerlijk Wetboek, of verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van artikel 232 van het Burgerlijk Wetboek, door het feit dat in de eerste situatie hem de uitkering niet zal worden toegekend indien wordt aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, mishandeling of grove beledigingen heeft gepleegd, terwijl in de tweede situatie hem dezelfde uitkering niet zal worden toegekend wanneer wordt vastgesteld dat door hem begane fouten of tekortkomingen ten grondslag liggen aan de feitelijke scheiding of ertoe hebben bijgedragen dat deze meer dan twee jaar heeft geduurd, fouten of tekortkomingen die tot de discretionaire beoordeling van de rechter behoren - zonder enig vooraf bepaald objectief criterium -, maar die volgens de interpretatie van het Hof van Cassatie minder zwaar kunnen zijn dan de gewelddaden, mishandeling en beledigingen waarvan sprake is in artikel 231 van het Burgerlijk Wetboek ?
« Verstösst Artikel 306 des Zivilgesetzbuches, in der Auslegung durch den Kassationshof in seinen [.] Urteilen vom 4. Januar 1980 und vom 23. April 1982, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zu einer Diskriminierung des Ehegatten führt, der nach der Ehescheidung den Unterhalt beantragt, je nachdem, ob dieser Ehegatte Beklagter ist in einer aufgrund der Artikel 229 oder 231 des Zivilgesetzbuches erhobenen Ehescheidungsklage, oder ob er Beklagter ist in einer aufgrund von Artikel 232 des Zivilgesetzbuches erhobenen Ehescheidungsklage, angesichts der Tatsache, dass ihm in der ersten Situation der Unterhalt nicht zuerkannt wird, wenn nachgewiesen wird, dass er Ehebruch, Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schwere Ehrenkränkungen begangen hat, während ihm in der zweiten Situation der Unterhalt nicht zuerkannt wird, wenn festgestellt wird, dass die von ihm begangenen Fehler oder Pflichtverletzungen der tatsächlichen Trennung zugrunde liegen oder dazu geführt haben, dass diese über zwei Jahre gedauert hat, wobei diese Fehler oder Pflichtverletzungen zur Ermessensbefugnis des Richters gehören - ohne dass dazu im Voraus objektive Kriterien festgelegt wurden -, aber gemäss der Auslegung des Kassationshofes weniger schwerwiegend sein können als die in Artikel 231 des Zivilgesetzbuches erwähnten Gewalttätigkeiten, Misshandlungen oder schweren Ehrenkränkungen?

G. overwegende dat het Birmese leger nog steeds grove schendingen van de mensenrechten begaat tegen de etnische burgerbevolking, zoals de Arakan, Chin, Kachin, Karen, Karenni, Shan en Mon, waartoe mishandeling, verkrachting, vernietiging van voedselvoorraden, gedwongen verhuizingen, dwangarbeid, foltering, buitengerechtelijke en standrechtelijke executies en verdwijningen behoren,
G. in der Erwägung, dass die myanmarische Armee nach wie vor auf schwerwiegende Weise gegen die Menschenrechte von Zivilpersonen anderer Volksgruppen, wie Arakan, Tschin, Kachin, Karen, Karenni, Shan und Mon, verstößt: Schläge, Vergewaltigung, Zerstörung von Nahrungsmitteln, Zwangsumsiedlungen, Zwangsarbeit, Folter, außergerichtliche Massenhinrichtungen und Verschleppungen,