5. De materialen die bij de constructie van het interieur van de carrosserie van bussen en toerbussen worden gebruikt, moeten vuur zoveel mogelijk voorkomen of ten minste vertragen, zodat de inzittenden in geval van brand in staat zijn het voertuig te verlaten.
(5) Die im Innenraum von Omnibussen verwendeten Materialien müssen so weit wie möglich nicht entflammbar oder zumindest feuerhemmend sein, damit die Fahrgäste bei einem Brand das Fahrzeug rechtzeitig verlassen können.