Daaruit volgt dat de wet van 25 januari 1999, doordat zij ertoe beperkt is te herhalen dat die heffingen verschuldigd zijn, niet in die zin kan worden beschouwd dat zij met terugwerking, ten laste van de farmaceutische bedrijven, heffingen heeft ingesteld, met schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de bepalingen en de algemene beginselen, aangevoerd in het vierde en het vijfde middel van de beroepen met rolnummers 1654 en 1655.
Daraus ist zu schlussfolgern, dass das Gesetz vom 25. Januar 1999, indem es sich darauf beschränkt hat, zu wiederholen, dass diese Abgaben geschuldet waren, nicht in dem Sinne ausgelegt werden kann, es würde mit rückwirkender Kraft Abgaben zu Lasten der pharmazeutischen Unternehmen unter Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den im vierten und fünften Klagegrund der Klagen mit Geschäftsverzeichnisnummern 1654 und 1655 angeführten Bestimmungen und allgemeinen Grundsätzen auferlegen.