Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft met name aanvaard dat een grondwettelijk hof, rekening houdend met het rechtszekerheidsbeginsel, aan de wetgever een termijn mag verlenen om opnieuw wetgevend op te treden, wat voor gevolg heeft dat een ongrondwettige norm gedurende een overgangsperiode van toepassing blijft (EHRM, besl. 16 maart 2000, Walden t. Liechtenstein).
Der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte hat insbesondere angenommen, dass hinsichtlich des Grundsatzes der Rechtssicherheit ein Verfassungsgerichtshof dem Gesetzgeber eine Frist gewähren kann, um erneut gesetzgeberisch aufzutreten, was zur Folge hat, dass eine verfassungswidrige Norm während eines Ubergangszeitraums anwendbar bleibt (EuGHMR, Entscheidung, 16. März 2000, Walden gegen Liechtenstein).