9. is erover verheugd dat als gevolg van het Verdrag van Nice zijn rol in de procedure van artikel 7 van het EU-Verdrag is versterkt; meent dat het ontbreken van een parlementair initiatiefrecht bij de procedure waarin in geval van een ernstige schending is voorzien, in het geheel geen afbreuk doet aan de normale en gebruikelijke rol van het Parlement, wat betekent dat het Parlement weliswaar juridisch geen formeel verzoek kan doen, maar het Parlement niets in de weg staat om gebruik te maken van zijn controlerende bevoegdheid om langs politieke weg een maatregel van de Raad te verlangen;
9. begrüßt die Ausweitung seiner Rolle im Verfahren nach Artikel 7 durch den Vertrag von Nizza; ist der Auffassung, dass das Fehlen eines parlamentarischen Initiativrechts in dem im Falle einer schwerwiegenden Verletzung vorgesehenen Verfahren keineswegs die normale und gewöhnliche Rolle des Parlaments beeinträchtigt, was bedeutet, dass – auch wenn das Parlament gegenwärtig keinen formellen Antrag im juristischen Sinne einreichen kann – es dennoch nichts daran hindert, sein Kontrollrecht wahrzunehmen, um auf politischer Ebene ein Vorgehen des Rates zu fordern;