Aangezien de vaststelling van het bedrag van de aanleg niet het voorwerp vormt van de prejudiciële vraag, zoals het is omschreven in B.2.2, is het de onmiddellijke toepassing van het nieuwe bedrag van de aanleg op de vonnissen die zijn gewezen op het ogenblik van de inwerkingtreding van de nieuwe wet, die de oorzaak is van het verschil in behandeling dat ter toetsing aan het Hof wordt voorgelegd.
Da die Festlegung der Mindestberufungssumme nicht den Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage bildet, so wie er in B.2.2 umschrieben wurde, stellt die sofortige Anwendung der neuen Mindestberufungssumme auf die zum Zeitpunkt des Inkrafttretens des neuen Gesetzes ergangenen Urteile die Ursache für den Behandlungsunterschied dar, der dem Gerichtshof zur Kontrolle unterbreitet wird.