6. De HV kan de bevoegdheden bedoeld in de leden 1, 2, 3 en 5, alsook de bevoegdheid om de in lid 4 bedoelde regelingen vast te stellen, delegeren aan personen die onder zijn/haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie.
(6) Der Hohe Vertreter kann die in den Absätzen 1,2, 3 und 5 genannten Befugnisse wie auch die Befugnis, die in Absatz 4 genannten Vereinbarungen zu treffen, an ihm unterstellte Personen, den Zivilen Operationskommandeur und/oder den Missionsleiter delegieren.