66. is van mening dat de armoede niet kan worden uitgebannen door middel van officiële ontwikkelingshulp als de G20, de EU en financiël
e instellingen niet vastberaden de strijd aangaan tegen corruptie op overheidsniveau in ontvangende landen; benadrukt dan ook de noodzaak om de EU-ondersteuning ter versterking van belastingautoriteiten, gerechtelijke instanties en anti-corruptie-instellingen in ontwikkelingslanden te verbeteren; verzoekt de lidstaten met klem de strijd aan te gaan tegen omkoperij door binnen hun rech
tsgebied gevestigde ondernemingen die in on ...[+++]twikkelingslanden actief zijn;
66. ist der Ansicht, dass das Ziel, die Armut über ODA zu beseitigen, scheitern wird, wenn die G20, die EU und die Finanzinstitutionen keine entschiedene Haltung gegenüber korrupten Regierungen in den Empfängerländern einnehmen; betont daher, dass die Hilfe der EU für die Stärkung der Steuerbehörden, der Justiz und der Antikorruptionsbehörden in den Entwicklungsländern intensiviert werden muss; fordert die Mitgliedstaaten der EU auf, Bestechung zu bekämpfen, die von in Entwicklungsländern tätigen Unternehmen mit Sitz in ihrem Hoheitsgebiet begangen wird;