De verzoeker beoogt dat, in zoverre de wet aan de rijkswacht haar naam, haar organisatie en haar bevoegdheden ontneemt en haar identificeert met korpsen die niet tot de gewapende macht behoren in de zin van titel VI van de Grondwet, zij de grondwettelijke regels van gelijkheid en niet-discriminatie schendt : er wordt geen enkele verantwoording aangevoerd voor de identieke behandeling van die verschillende situaties, verantwoording die uitgesloten is aangezien die identificering de schending vormt van artikel 184 van de Grondwet.
Der Kläger führt an, dass das Gesetz, insofern es der Gendarmerie ihren Namen, ihre Organisation und ihre eigenen Zuständigkeiten abnehme und sie mit Korps gleichstelle, die nicht zur bewaffneten Macht im Sinne von Titel VI der Verfassung gehörten, gegen die Verfassungsregeln der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstosse; es werde keine Rechtfertigung für die gleiche Behandlung dieser unterschiedlichen Situationen erbracht, wobei die Rechtfertigung ausgeschlossen sei, insofern diese Identifizierung den Verstoss gegen Artikel 184 der Verfassung darstelle.