Uit de uiteenzetting van het derde middel in de zaak nr. 4666, uit die van het derde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 4735 en uit die van het tweede middel in de zaak nr. 4738 blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met artikel 16 van de Grondwet - al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens -, van artikel 65 van de programmawet van 22 december 2008, in zoverre het globale bedrag van de repartitiebijdrage en het bedrag van de individuele bijdragen, bepaald in artikel 14, § 8, derde en vierde lid, van de wet van 11 april 20
03, op willekeurige wijze ...[+++] zouden worden vastgesteld en een onredelijke inbreuk op de individuele vermogenssituatie van ieder van de belastingplichtigen zouden plegen.Aus der Darlegung des dritten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4666, derjenigen des dritten Teils des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4735 und derjenigen des zweiten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4738 geht hervor, dass der Hof gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 65 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2008 mit Artikel 16 der Verfassung - gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention - zu äussern, insofern der globale Betrag des Verteilungsbeitrags und der Betrag der individuellen Beiträge, die in Artikel 14 § 8 Absätze 3 und 4 des Gesetzes vom 11. April 2003 vorgesehen seien, auf willkürliche Weise festge
legt würden und in u ...[+++]nvernünftigem Masse die individuellen Vermögenssituation jedes einzelnen Steuerpflichtigen beeinträchtigten.