Het opleggen van sancties of gelijksoortige maatregelen (zoals uitsluiting van openbare aanbestedingen, het niet toekennen van subsidies, het niet verlenen van vergunningen) aan personen die worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie, maar daarvoor (nog) niet zijn veroordeeld, staat op gespannen voet met het vermoeden van onschuld van artikel 6, lid 2 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
Die Verhängung von Sanktionen oder sanktionsähnlichen Maßnahmen (wie Ausschluß von öffentlichen Ausschreibungen, Nichtgewährung von Subventionen, Nichterteilung staatlicher Genehmigungen) über Personen, die wegen der Beteiligung an organisierter Kriminalität verdächtig, aber (noch) nicht verurteilt sind, steht in einem Spannungsverhältnis zur Unschuldsvermutung des Artikels 6 Absatz 2 der Europäischen Menschenrechtskonvention.