De bestreden bepalingen zouden in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel (eerste, tweede, derde, vijfde, zevende en achtste onderdeel), met het strafrechtelijke wettigheidsbeginsel (vierde, zevende en negende onderdeel), met het vermoeden van onschuld (zevende onderdeel), met het eigendomsrecht (zesde en zevende onderdeel) en met de vrijheid van vereniging (achtste onderdeel).
Die angefochtenen Bestimmungen stünden im Widerspruch zum Gleichheitsgrundsatz (erster, zweiter, dritter, fünfter, siebter und achter Teil), zum Legalitätsprinzip in Strafsachen (vierter, siebter und neunter Teil), zur Unschuldsvermutung (siebter Teil), zum Eigentumsrecht (sechster und siebter Teil) und zur Vereinigungsfreiheit (achter Teil).