23. erkent dat het essentie
el is dat boeren in ontwikkelingslanden beschikken over gewassen die beantwoorden aan plaatselijke omstandigheden en de sociaal-economische vereisten van de ontwikkelingslanden; erkent de problemen van genetisch geman
ipuleerde gewassen, maar acht het wezenlijk dat de boeren in de ontwikkelingslanden d
e keuzemogelijkheid hebben om aangepaste ziekteresistente genetisch gemanipuleerde gewassen en zaadsoorte
...[+++]n te verbouwen die gedijen in zandige bodems zonder of met geringe hoeveelheden kunstmest of pesticiden met het oog op binnenlandse voedselzekerheid;
23. erkennt an, dass es wichtig ist, dass den Landwirten in Entwicklungsländern Feldfrüchte zur Verfügung gestellt werden, die den örtlichen Bedingungen und sozio-ökonomischen Erfordernissen von Entwicklungsländern entsprechen; erkennt die Schwierigkeiten im Zusammenhang mit gentechnisch veränderten Anbaufrüchten an, hält es jedoch für wichtig, dass den Landwirten auch in den Entwicklungsländern eine Auswahl krankheitsresistenter Saatgutsorten zur Verfügung gestellt wird, die auch auf trockenen Sandböden mit geringem Dünger- oder Pestizideeinsatz gedeihen;