15. brengt in herinnering dat een succesvol partnerschap gebaseerd moet zijn op 'tweerichtingsverkeer', waarbij ontwikkelingslanden zich inzetten voor verbetering van het bestuur, bestrijding van corruptie en maximalisering van binnenlandse bronnen voor het financieren van nationale ontwikkelingsstrategieën, en ontwikkelde landen deze inspanningen steunen door middel van een effectievere toewijzing van ontwikkelingshulp, betere toegang tot hun markten en schuldverlichting;
15. weist darauf hin, dass eine erfolgreiche Partnerschaft auf Gegenseitigkeit beruhen muss, wobei die Entwicklungsländer ihre Staatsführung stärken, die Korruption bekämpfen und die einheimischen Ressourcen ausschöpfen müssen, um nationale Entwicklungsstrategien zu finanzieren, während die Industrieländer diese Anstrengungen durch eine effektivere Vergabe von Entwicklungshilfe, einen besseren Zugang zu ihren Märkten und Schuldenerlass unterstützen müssen;