2. De verbindingsofficier van elke lidstaat moet voorts een bijdrage leveren aan de inzameling en uitwisseling van gegevens, met name van strategische aard, die van nut kunnen zijn bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, met name de in artikel 1, lid 1 genoemde misdrijven, met inbegrip van gegevens waardoor een beter inzicht wordt verkregen in de rechtssystemen en de operationele methoden die in de betreffende landen of internationale organisaties toegepast kunnen worden.
2. Die Verbindungsbeamten der Mitgliedstaaten haben außerdem bei der Sammlung und beim Austausch von Informationen insbesondere strategischer Art mitzuwirken, die für die Bekämpfung der grenzüberschreitenden Kriminalität, insbesondere der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Straftaten, verwertbar sein können; dies schließt auch Informationen ein, die zu einer besseren Kenntnis der Rechtsordnungen und operativen Methoden beitragen, die in den betreffenden Ländern oder internationalen Organisationen zur Anwendung kommen.